15
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
15
In the four and twentieth day of the month, in the sixth month, in the second year of king Darius. (On the twenty-fourth day of the month, in the sixth month, in the second year of King Darius.)