6
Therefore, Look! I [am] going to hedge her path {with thorns}, and I will build a stone wall, a stone wall [against] her, and she will not find her paths.
6
En zij zal haar boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal henengaan, en keren weder tot mijn vorigen Man, want toen was mij beter dan nu.