1 Koningen 5:1

1 En Hiram, de koning van Tyrus, zond zijn knechten tot Salomo (want hij had gehoord, dat zij Salomo tot koning gezalfd hadden in zijns vaders plaats), dewijl Hiram David altijd bemind had.

1 Koningen 5:1 Meaning and Commentary

1 Kings 5:1

And Hiram king of Tyre sent servants unto Solomon
His ambassadors, to condole him on the death of his father, and congratulate him on his accession to the throne; this king is called by the Phoenician historians F19 Hirom, and by Eupolemus F20 Suron, as he is Huram in ( 2 Chronicles 2:3 ) ; and by Theophilus of Antioch F21 Hierom the son of Abelmalus, in the twelfth year of whose reign the temple was built:

for he had heard that they had anointed him, king in the room of his
father;
that the Israelites had anointed him king:

for Hiram was ever a lover of David;
a friend and ally of his; and we never read of the Tyrians being at war with him, or assisting any of his enemies.


FOOTNOTES:

F19 Apud Joseph. contr. Apion. l. 1. c. 17, 18.
F20 Apud Euseb. Praepar. Evangel. l. 9. c. 33, 34.
F21 Ad Antolyc. l. 3. p. 131, 132.

1 Koningen 5:1 In-Context

1 En Hiram, de koning van Tyrus, zond zijn knechten tot Salomo (want hij had gehoord, dat zij Salomo tot koning gezalfd hadden in zijns vaders plaats), dewijl Hiram David altijd bemind had.
2 Daarna zond Salomo tot Hiram, zeggende:
3 Gij weet, dat mijn vader David den Naam des HEEREN, zijns Gods, geen huis kon bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede zij hem omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn voetzolen gaf.
4 Maar nu heeft de HEERE, mijn God, mij van rondom rust gegeven; er is geen tegenpartijder, en geen bejegening van kwaad.
5 En zie, ik denk voor den Naam van den HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: Uw zoon, dien Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.