1 Kronieken 4:29

29 En te Bilha, en te Ezem, en te Tholad,

1 Kronieken 4:29 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:29

(See Gill on 1 Chronicles 4:28)

1 Kronieken 4:29 In-Context

27 Simei nu had zestien zonen en zes dochteren; maar zijn broeders hadden niet veel kinderen; en hun ganse huisgezin werd zo zeer niet vermenigvuldigd, als van de kinderen van Juda.
28 En zij woonden te Ber-seba, en te Molada, en te Hazar-Sual,
29 En te Bilha, en te Ezem, en te Tholad,
30 En te Bethuel, en te Horma, en te Ziklag,
31 En te Beth-markaboth, en te Hazar-Susim, en te Beth-Biri, en te Saaraim. Dit waren hun steden, totdat David koning werd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.