1 Samuël 1:9

9 Toen stond Hanna op, nadat hij gegeten, en nadat hij gedronken had te Silo. En Eli, de priester, zat op een stoel bij een post van den tempel des HEEREN.

1 Samuël 1:9 Meaning and Commentary

1 Samuel 1:9

So Hannah rose up after they had eaten in Shiloh, and after
they had drank
After dinner, after Elkanah and Peninnah, and their children, had eaten heartily, and drank freely, and made a comfortable meal, and even a feast of it, at the place where the tabernacle and altar were, and their peace offerings were offered up, part of which they had been regaling themselves with. The Targum is,

``after she had eaten in Shiloh, and after she had drank;''

for upon the entreaty of her husband, and to make him easy, she might be prevailed upon to eat somewhat, though it might be but little; and to drink, though it was but water; for as for wine and strong drink, she declares afterwards she had not drank, ( 1 Samuel 1:15 )

now Eli the priest sat upon a seat by a post of the temple of the Lord;
for so the tabernacle was called, and sometimes the temple is called a tabernacle, ( Jeremiah 10:20 ) . Now at the door posts and side of the threshold of the temple of the Lord, as the Targum; at the entrance of the great court of the Israelites, Eli had a seat placed, on which he sat; this must be at the gate of the court of the tabernacle, by the pillars of it; for in the court itself none afterwards might sit but kings of the family David F14; here Eli sat as an high priest and judge, give advice in difficult cases, and to try and judge all causes that were brought before him; some say F15 that he was on this day constituted an high priest, and others say F17 he was now made a judge; but no doubt he was both high priest and judge before this time.


FOOTNOTES:

F14 Maimon. & Bartenora in Misn. Yoma, c. 7. sect. 1.
F15 Shoched Tob apud Yalkut, par. 2. fol. 12. 4.
F17 Seder Olam Rabba, c. 13. p. 37.

1 Samuël 1:9 In-Context

7 En alzo deed hij jaar op jaar; van dat zij opging tot het huis des HEEREN, zo tergde zij haar alzo; daarom weende zij en at niet.
8 Toen zeide Elkana, haar man: Hanna, waarom weent gij, en waarom eet gij niet, en waarom is uw hart kwalijk gesteld? Ben ik u niet beter dan tien zonen?
9 Toen stond Hanna op, nadat hij gegeten, en nadat hij gedronken had te Silo. En Eli, de priester, zat op een stoel bij een post van den tempel des HEEREN.
10 Zij dan viel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad zij tot den HEERE, en zij weende zeer.
11 En zij beloofde een gelofte, en zeide: HEERE der heirscharen, zo Gij eenmaal de ellende Uwer dienstmaagd aanziet, en mijner gedenkt, en Uw dienstmaagd niet vergeet, maar geeft aan Uw dienstmaagd een mannelijk zaad, zo zal ik dat den HEERE geven al de dagen zijns levens, en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.