1 Samuël 23:16

16 Toen maakte zich Jonathan, de zoon van Saul, op, en hij ging tot David in het woud; en hij versterkte zijn hand in God.

1 Samuël 23:16 Meaning and Commentary

1 Samuel 23:16

And Jonathan, Saul's son, arose
And came from Gibeah, which, according to Bunting F15, was twenty two miles from the place where David was:

and went to David into the wood:
having had intelligence where he was, this being a proper place to have an interview with him privately:

and strengthened his hand in God;
and his heart too, his hand of faith to lay hold on God, as his covenant God and lean and rely upon him; he strengthened him in his power and in his providence, and in his promises to him; the Targum is,

``he strengthened him in the Word of the Lord;''

not only in his word and promise, but in Christ the essential Word of God, who should spring from him according to the flesh.


FOOTNOTES:

F15 Travels p. 334. (text not clear could be 834 or some other number)

1 Samuël 23:16 In-Context

14 David nu bleef in de woestijn in de vestingen, en hij bleef op den berg in de woestijn Zif; en Saul zocht hem alle dagen, doch God gaf hem niet over in zijn hand
15 Als David zag, dat Saul uitgetogen was, om zijn ziel te zoeken, zo was David in de woestijn Zif in een woud.
16 Toen maakte zich Jonathan, de zoon van Saul, op, en hij ging tot David in het woud; en hij versterkte zijn hand in God.
17 En hij zeide tot hem: Vrees niet, want de hand van Saul, mijn vader, zal u niet vinden, maar gij zult koning worden over Israel, en ik zal de tweede bij u zijn; ook weet mijn vader Saul zulks wel.
18 En die beiden maakten een verbond voor het aangezicht des HEEREN; en David bleef in het woud, maar Jonathan ging naar zijn huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.