2 Samuël 2:13

13 Joab, de zoon van Zeruja, en de knechten van David, togen ook uit; en zij ontmoetten elkander bij den vijver van Gibeon; en zij bleven, deze aan deze zijde des vijvers, en die aan gene zijde des vijvers.

2 Samuël 2:13 Meaning and Commentary

2 Samuel 2:13

And Joab the son of Zeruiah
A sister of David, and this her son was general of David's army:

and the servants of David, went out;
that is, his army went out from Hebron to Gibeon, which was twenty four miles ^F4 to meet that under Abner; for though he had but one tribe with him, and Ishbosheth had all the rest, yet Judah was a numerous, powerful, and warlike tribe; and besides many out of the other tribes had joined them, and, above all, God was on their side, and they had his promise to rely upon with respect to the establishment of the kingdom in the house of David, and his power and providence to trust in, and therefore went out boldly and cheerfully to meet the armies of Israel under Abner:

and met together by the pool of Gibeon;
the same perhaps with the great waters in Gibeon, ( Jeremiah 41:12 ) ;

and they sat down, the one on the one side of the pool, and the other
on the other side of the pool;
facing one another, and watching each other's motions.

---

FOOTNOTES:

F4 Bunting's Travels, p. 146.

2 Samuël 2:13 In-Context

11 Het getal nu der dagen, die David koning geweest is te Hebron, over het huis van Juda, is zeven jaren en zes maanden.

12 Toen toog Abner, de zoon van Ner, uit, met de knechten van Isboseth, den zoon van Saul, van Mahanaim naar Gibeon.

13 Joab, de zoon van Zeruja, en de knechten van David, togen ook uit; en zij ontmoetten elkander bij den vijver van Gibeon; en zij bleven, deze aan deze zijde des vijvers, en die aan gene zijde des vijvers.

14 En Abner zeide tot Joab: Laat zich nu de jongens opmaken, en voor ons aangezicht spelen. En Joab zeide: Laat hen zich opmaken.

15 Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten.