2 Thessalonicenzen 3:10

10 Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete.

2 Thessalonicenzen 3:10 Meaning and Commentary

2 Thessalonians 3:10

For even when we were with you
At Thessalonica in person, and first preached the Gospel to them,

we commanded you, that if any would not work, neither should he eat;
the Ethiopic version reads in the singular number, "when I was with you, I commanded you"; using the above words, which were a sort of a proverb with the Jews, and is frequently used by them, (lyka al yad) , or (oygn al yel) , "that if a man would not work, he should not eat" {q}. And again ^F18,

``he that labours on the evening of the sabbath (or on weekdays), he shall eat on the sabbath day; and he who does not labour on the evening of the sabbath, from whence shall he eat (or what right and authority has he to eat) on the sabbath day?''

Not he that could not work through weakness, bodily diseases, or old age, the necessities of such are to be distributed to, and they are to be taken care of, and provided with the necessaries of life by the officers of the church; but those that can work, and will not, ought to starve, for any assistance that should be given them by the members of the church, or the officers of it.

---

FOOTNOTES:

F17 Bereshit Rabba, sect. 14. fol. 13. 1. Echa Rabbati, fol. 48. 4. & Midrash Koholet, fol. 65. 4.
F18 T. Bab. Avoda Zara, fol. 3. 1.

2 Thessalonicenzen 3:10 In-Context

8 En wij hebben geen brood bij iemand gegeten voor niet, maar in arbeid en moeite, nacht en dag werkende, opdat wij niet iemand van u zouden lastig zijn;

9 Niet, dat wij de macht niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden tot een voorbeeld, om ons na te volgen.

10 Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete.

11 Want wij horen, dat sommigen onder u ongeregeld wandelen, niet werkende, maar ijdele dingen doende.

12 Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun eigen brood eten.