Daniël 11:4

4 En als hij zal staan, zal zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, ook niet naar zijn heerschappij, waarmede hij heerste; want zijn rijk zal uitgerukt worden, en dat voor anderen dan deze.

Daniël 11:4 Meaning and Commentary

Daniel 11:4

And when he shall stand up, his kingdom shall be broken
When Alexander was risen up to his highest pitch of grandeur, was sole monarch of the world, in the height of his ambition, in the prime of his days, he was cut off by death; his kingdom remained no more one, but became many, was seized by different persons, his generals, and so broke to pieces: and shall be divided toward the four winds of heaven;
which seem to have respect to the four horns or kings, which came up in his place, ( Daniel 8:8 ) , and among whom his kingdom was parted; Ptolemy reigned in Egypt to the south; Antigonus in Asia to the north; Seleucus in Babylon and Syria to the east; and Cassander in Macedonia to the west: and not to his posterity;
for though he had two sons, one by Barsine, whose name was Hercules, who was living at his death; and another by Roxane, born after his death, whose name was Alexander; yet they were both destroyed by Cassander, or his means, that he might enjoy Macedonia F16: nor according to his dominion which he ruled;
their dominion was not so large and powerful as Alexander's was, being divided into several parts; see ( Daniel 8:22 ) : for his kingdom shall be plucked up, even for others besides those; either besides his posterity, who had no share in it, and so, with respect to his family, was like a tree plucked up by the roots, and, as to their concern in it, withered away at once; or, besides the four governors before mentioned, there were others that had, at least for a while, some lesser shares in the kingdom, as Eumenes, Philotas, Leonnatus, and others; but, at length, all were reduced to the kings of Egypt and Syria, the Lagidae and Seleucidae, which the following part of the prophecy chiefly concerns; and, besides these, for the Romans also, to whom this kingdom came.


FOOTNOTES:

F16 Diodor. Sicul. Bibliothec. l. 19. p. 739. & l. 20. p. 761.

Daniël 11:4 In-Context

2 En nu, ik zal u de waarheid te kennen geven; ziet, er zullen nog drie koningen in Perzie staan, en de vierde zal verrijkt worden met grote rijkdom, meer dan al de anderen; en nadat hij zich in zijn rijkdom zal versterkt hebben, zal hij ze allen verwekken tegen het koninkrijk van Griekenland.
3 Daarna zal er een geweldig koning opstaan, die met grote heerschappij heersen zal, en hij zal doen naar zijn welgevallen.
4 En als hij zal staan, zal zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, ook niet naar zijn heerschappij, waarmede hij heerste; want zijn rijk zal uitgerukt worden, en dat voor anderen dan deze.
5 En de koning van het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch een ander zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn.
6 Op het einde nu van sommige jaren, zullen zij zich met elkander bevrienden, en de dochter des konings van het Zuiden zal komen tot den koning van het Noorden, om billijke voorwaarden te maken; doch zij zal de macht des arms niet behouden, daarom zal hij, noch zijn arm, niet bestaan; maar zij zal overgegeven worden, en die haar gebracht hebben, en die haar gegenereerd heeft, en die haar gesterkt heeft in die tijden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.