Daniël 9:20

20 Als ik nog sprak, en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van Israel, en mijn smeking nederwierp voor het aangezicht des HEEREN, mijns Gods, om des heiligen bergs wil mijns Gods;

Daniël 9:20 Meaning and Commentary

Daniel 9:20

And while I was speaking and praying
Speaking to God in prayer; for it seems his prayer was vocal, and not mental only: and confessing my sin, and the sin of my people Israel;
Daniel, though so holy and good a man, was not without sin, and thought it his duty to confess it before the Lord; and which he did in the first place, and then the sin of his people; which is the way to succeed with the Lord for the application of pardoning grace, and the enjoyment of other mercies and blessings: and presenting my supplication before the Lord my God for the holy
mountain of my God;
for the temple, and the service of God in it; which was the first and principal thing that lay upon the heart of the prophet, and he was most importunate and solicitous for.

Daniël 9:20 In-Context

18 Neig Uw oor, mijn God! en hoor, doe Uw ogen op, en zie onze verwoestingen, en de stad, die naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen onze smekingen voor Uw aangezicht niet neder op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die groot zijn.

19 O Heere, hoor! o Heere, vergeef! o Heere, merk op en doe het, vertraag het niet! Om Uws Zelfs wil, o mijn God! Want Uw stad, en Uw volk is naar Uw Naam genoemd.

20 Als ik nog sprak, en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks van Israel, en mijn smeking nederwierp voor het aangezicht des HEEREN, mijns Gods, om des heiligen bergs wil mijns Gods;

21 Als ik nog sprak in het gebed, zo kwam de man Gabriel, die ik in het begin in een gezicht gezien had, snellijk gevlogen, mij aanrakende, omtrent den tijd des avondoffers.

22 En hij onderrichtte mij en sprak met mij, en zeide: Daniel! nu ben ik uitgegaan, om u den zin te doen verstaan.