Deuteronomium 10:18

18 Die het recht van den wees en van de weduwe doet; en den vreemdeling liefheeft, dat Hij hem brood en kleding geve.

Deuteronomium 10:18 Meaning and Commentary

Deuteronomy 10:18

He doth execute the judgment of the fatherless and widow
Who have none to help them, and whose patron and defender he is, and will do them justice himself, and take care that it is done them by others, or avenge their injuries, for he is a Father of the fatherless, and a judge of the widow, in his holy habitation; ( Psalms 68:5 )

and loveth the stranger, in giving him food and raiment;
one that is in a foreign country, at a distance from his native land, and destitute of friends; such God in his providence takes care of, and expresses his love and kindness to, by giving them the necessaries of life, food, and raiment.

Deuteronomium 10:18 In-Context

16 Besnijdt dan de voorhuid uws harten, en verhardt uw nek niet meer.
17 Want de HEERE, uw God, is een God der goden, en een Heere der heren; die grote, die machtige, en die vreselijke God, Die geen aangezicht aanneemt, noch geschenk ontvangt;
18 Die het recht van den wees en van de weduwe doet; en den vreemdeling liefheeft, dat Hij hem brood en kleding geve.
19 Daarom zult gijlieden den vreemdeling liefhebben, want gij zijt vreemdelingen geweest in Egypteland.
20 Den HEERE, uw God, zult gij vrezen; Hem zult gij dienen, en Hem zult gij aanhangen, en bij Zijn Naam zweren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.