Deuteronomium 11:17

17 Dat de toorn des HEEREN tegen ulieden ontsteke, en Hij den hemel toesluite, dat er geen regen zij, en het aardrijk zijn gewas niet geve; en gij haastelijk omkomt van het goede land, dat u de HEERE geeft.

Deuteronomium 11:17 Meaning and Commentary

Deuteronomy 11:17

And then the Lord's wrath be kindled against you
For their idolatry, nothing being more provoking to him than that, it being contrary to his nature and being, as well as to his will, and to his honour and glory:

and he shut up the heaven, that there be no rain;
the treasures and storehouses of it there, or the windows of it, the clouds, which when opened let it down, but when shut withhold it; the key of rain is one of the keys which the Jews say ^F11 the Lord keeps in his own hand, and with it he opens and no man shuts, and shuts and no man opens; see ( Deuteronomy 28:12 ) ( Malachi 3:10 )

and that the land yield not her fruit;
which is unavoidably the case when rain is withheld:

and lest ye perish quickly from off the good land which the Lord giveth
you;
for if the land does not yield its fruits sufficient to support the inhabitants of it, they must in course perish.

---

FOOTNOTES:

F11 Targum Jon. in Deut. xxviii. 12.

Deuteronomium 11:17 In-Context

15 En Ik zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij zult eten en verzadigd worden.

16 Wacht uzelven, dat ulieder hart niet verleid worde, dat gij afwijkt, en andere goden dient, en u voor die buigt;

17 Dat de toorn des HEEREN tegen ulieden ontsteke, en Hij den hemel toesluite, dat er geen regen zij, en het aardrijk zijn gewas niet geve; en gij haastelijk omkomt van het goede land, dat u de HEERE geeft.

18 Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen;

19 En leert die uw kinderen, sprekende daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat;