Deuteronomium 12:7

7 En aldaar zult gijlieden voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, eten en vrolijk zijn, gijlieden en uw huizen, over alles, waaraan gij uw hand geslagen hebt, waarin u de HEERE, uw God, gezegend heeft.

Deuteronomium 12:7 Meaning and Commentary

Deuteronomy 12:7

And there ye shall eat before the Lord your God
The priests and the Levites, what was their portion, so Aben Ezra; but the people also are included, and by what follows seem chiefly designed, who were to eat their part of the sacrifices, particularly of the tithes and peace offerings, in the holy place that should be chosen and appointed; see ( Deuteronomy 14:22 Deuteronomy 14:23 Deuteronomy 14:27 )

and ye shall rejoice in all that ye put your hand unto;
in all the labours of their hands, and what they got thereby, which they were cheerfully to enjoy, and express their thankfulness for it in this way; see ( Ecclesiastes 5:18 Ecclesiastes 5:19 )

ye and your households;
their wives, sons, daughters, men and maid servants; yea, with them Levites, strangers, fatherless, and widows, were to partake of some of their freewill offerings, ( Deuteronomy 16:10 Deuteronomy 16:11 )

wherein the Lord thy God hath blessed thee;
and these offerings were eucharistical, and by way of thanksgiving for the blessing of God upon their labours, for it is that which maketh rich, ( Proverbs 10:22 ) .

Deuteronomium 12:7 In-Context

5 Maar naar de plaats, die de HEERE, uw God, uit al uw stammen verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te zetten, naar Zijn woning zult gijlieden vragen, en daarheen zult gij komen;
6 En daarheen zult gijlieden brengen uw brandofferen, en uw slachtofferen, en uw tienden, en het hefoffer uwer hand, en uw geloften, en uw vrijwillige offeren, en de eerstgeboorten uwer runderen en uwer schapen.
7 En aldaar zult gijlieden voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, eten en vrolijk zijn, gijlieden en uw huizen, over alles, waaraan gij uw hand geslagen hebt, waarin u de HEERE, uw God, gezegend heeft.
8 Gij zult niet doen naar alles, wat wij hier heden doen, een ieder al wat in zijn ogen recht is.
9 Want gij zijt tot nu toe niet gekomen in de rust en in de erfenis, die de HEERE, uw God, u geven zal.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.