Deuteronomium 7:6

6 Want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God; u heeft de HEERE, uw God, verkoren, dat gij Hem tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op den aardbodem zijn.

Deuteronomium 7:6 Meaning and Commentary

Deuteronomy 7:6

For thou art an holy people unto the Lord thy God
Not sanctified in a spiritual sense, or having principles of grace and holiness in them, from whence holy actions sprang, at least not all of them; but they were separated from all other people in the world to the pure worship and service of God in an external manner, and therefore were to avoid all idolatry, and every appearance of it:

the Lord thy God hath chosen thee to be a special people unto himself
above all people that are upon the face of the earth;
for special service and worship, and to enjoy special privileges and benefits, civil and religious; though they were not chosen to special grace here, and eternal glory hereafter; at least not all of them, only a remnant, according to the election of grace; yet they were typical of the chosen people of God in a special sense; who are chosen out of the world to be a peculiar people, to be holy here and happy hereafter; to enjoy communion with God in this life and that to come, as well as to serve and glorify him now and for evermore.

Deuteronomium 7:6 In-Context

4 Want zij zouden uw zonen van Mij doen afwijken, dat zij andere goden zouden dienen; en de toorn des HEEREN zou tegen ulieden ontsteken, en u haast verdelgen.

5 Maar alzo zult gij hun doen: hun altaren zult gij afwerpen, en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen, en hun gesnedene beelden met vuur verbranden.

6 Want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God; u heeft de HEERE, uw God, verkoren, dat gij Hem tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op den aardbodem zijn.

7 De HEERE heeft geen lust tot u gehad, noch u verkoren, om uw veelheid boven alle andere volken; want gij waart het weinigste van alle volken.

8 Maar omdat de HEERE ulieden liefhad, en opdat Hij hield den eed, dien Hij uw vaderen gezworen had, heeft u de HEERE met een sterke hand uitgevoerd, en heeft u verlost uit het diensthuis, uit de hand van Farao, koning van Egypte.