Exodus 13:13

13 Doch al wat de baarmoeder der ezelin opent, zult gij lossen met een lam; wanneer gij het nu niet lost, zo zult gij het den nek breken; maar alle eerstgeborenen des mensen onder uw zonen zult gij lossen.

Exodus 13:13 Meaning and Commentary

Exodus 13:13

And every firstling of an ass thou shalt redeem with a lamb,
&c.] Which was given to the priest for it; and according to the Jewish canon F6, it might be redeemed with that only;

``not with a calf, nor with an animal (a goat or a ram, as Bartenora interprets it), nor with a lamb slain, or torn to pieces.''
Jarchi thinks the ass only was to be redeemed, and not the firstling of any other unclean creature, but his reasons are insufficient; all unclean creatures, as horses, camels, dogs, swine are included in it, as should seem from ( Numbers 18:15 ) and this is the rather particularly mentioned, because there was a greater plenty of them than of horses and camels, and because they were very useful creatures; and if these were to be redeemed, then much more those of less value, and less useful. Hence might arise the story and calumny, as some have thought, of the Jews worshipping an ass's head: and if thou wilt not redeem it, then thou shall break its neck;
cut off its head on the back of the neck with a knife or cleaver, such as butchers use, as the Misnah F7, and its commentators, interpret it, so that the owner should have no profit by it: and all the firstborn of man amongst thy children shall thou redeem;
with the price of five shekels of the sanctuary, and within thirty days of the birth of it, ( Numbers 18:16 ) and these being to be redeemed as the unclean beasts were, shows that men are by nature unclean, and even the firstborn, whose names are written in heaven, the elect of God, and need redemption by the blood of the Lamb.
FOOTNOTES:

F6 Misn. Becorot, sect. 1. sect. 5.
F7 lbid. sect. 7. Maimon & Bartenora in ib.

Exodus 13:13 In-Context

11 Het zal ook geschieden, wanneer u de HEERE in het land der Kanaanieten zal gebracht hebben, gelijk Hij u en uw vaderen gezworen heeft, en Hij het u zal gegeven hebben;
12 Zo zult gij tot den HEERE doen overgaan alles, wat de baarmoeder opent; ook alles, wat de baarmoeder opent van de vrucht der beesten, die gij hebben zult; de mannetjes zullen des HEEREN zijn.
13 Doch al wat de baarmoeder der ezelin opent, zult gij lossen met een lam; wanneer gij het nu niet lost, zo zult gij het den nek breken; maar alle eerstgeborenen des mensen onder uw zonen zult gij lossen.
14 Wanneer het geschieden zal, dat uw zoon u morgen zal vragen, zeggende: Wat is dat? zo zult gij tot hem zeggen: De HEERE heeft ons door een sterke hand uit Egypte, uit het diensthuis, uitgevoerd.
15 Want het geschiedde, toen Farao zich verhardde ons te laten trekken, zo doodde de HEERE alle eerstgeborenen in Egypteland, van des mensen eerstgeborene af, tot den eerstgeborene der beesten; daarom offer ik den HEERE de mannetjes van alles, wat de baarmoeder opent; doch alle eerstgeborenen mijner zonen los ik.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.