Exodus 7:10

10 Toen ging Mozes en Aaron tot Farao henen in, en deden alzo, gelijk de HEERE geboden had; en Aaron wierp zijn staf neder voor Farao's aangezicht, en voor het aangezicht zijner knechten; en hij werd tot een draak.

Exodus 7:10 Meaning and Commentary

Exodus 7:10

And Moses and Aaron went in unto Pharaoh
Into the palace of Pharaoh boldly, and with intrepidity, clothed with such power and authority, and assured of success;

and they did as the Lord had commanded;
they demanded in his name the dismission of the children of Israel, and upon his requiring a miracle to confirm their mission, wrought one as follows:

and Aaron cast down his rod before Pharaoh, and it became a serpent:
or a "dragon", as the Septuagint version; this word is sometimes used of great whales, ( Genesis 1:21 ) and of the crocodile, ( Ezekiel 29:3 ) and it is very likely the crocodile is meant here, as Dr. Lightfoot F17 thinks; since this was frequent in the Nile, the river of Egypt, where the Hebrew infants had been cast, and into whose devouring jaws they fell, and which also was an Egyptian deity F18. Though no mention is made of Pharaoh's demanding a miracle, yet no doubt he did, as the Lord had intimated he would, and without which it can hardly be thought it would be done; and Artapanus F19, an Heathen writer, expressly asserts it; for he says,

``when the king required of Moses to do some sign or wonder, the rod which he had he cast down, and it became a serpent, to the amazement of all, and then took it by its tail and it be came a rod again;''

which is a testimony from an Heathen of the truth of this miracle.


FOOTNOTES:

F17 Works, vol. 1. p. 702.
F18 Crocodylen adorat, Juvenal, Sat. 15.
F19 Apud Euseb. Praepar. Evangel. l. 9. c. 27. p. 435.

Exodus 7:10 In-Context

8 En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
9 Wanneer Farao tot ulieden spreken zal, zeggende: Doet een wonderteken voor ulieden; zo zult gij tot Aaron zeggen: Neem uw staf, en werp hem voor Farao's aangezicht neder; hij zal tot een draak worden.
10 Toen ging Mozes en Aaron tot Farao henen in, en deden alzo, gelijk de HEERE geboden had; en Aaron wierp zijn staf neder voor Farao's aangezicht, en voor het aangezicht zijner knechten; en hij werd tot een draak.
11 Farao nu riep ook de wijzen en de guichelaars; en de Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen.
12 Want een ieder wierp zijn staf neder, en zij werden tot draken; maar Aarons staf verslond hun staven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.