Ezechiël 39:7

7 En Ik zal Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israel bekend maken, en zal Mijn heiligen Naam niet meer laten ontheiligen; en de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, de Heilige in Israel.

Ezechiël 39:7 Meaning and Commentary

Ezekiel 39:7

So will I make my holy name known in the midst of my people
Israel
That is, his perfections; his holiness and justice in punishing their enemies; his truth and faithfulness in fulfilling his promises to them; his power in inflicting judgments on Gog and his army; and his goodness in their preservation and protection: and I will not let them pollute my holy name any more:
either the Heathens round about who before blasphemed it, saying that God was not able to deliver his people from such a potent enemy; but now their mouth will be stopped, and they will not dare to speak any more after this manner: or else the Israelites, who shall be so influenced by the grace and goodness of God unto them, as to fear the Lord and his goodness, and not dare to commit the sins they formerly did, whereby his name was polluted and blasphemed among the Heathens: and the Heathen shall know that I am the Lord, the Holy One in Israel;
they shall know, by these judgments and providences, that he is the true God, and they shall acknowledge and confess it; and that he is a holy and just God, and dwells in Israel, and grants his gracious as well as powerful presence to his people; nor shall they dare to molest them any more.

Ezechiël 39:7 In-Context

5 Op het open veld zult gij vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE.
6 En Ik zal een vuur zenden in Magog, en onder degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
7 En Ik zal Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israel bekend maken, en zal Mijn heiligen Naam niet meer laten ontheiligen; en de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, de Heilige in Israel.
8 Ziet, het komt en zal geschieden, spreekt de Heere HEERE; dit is de dag, van welken Ik gesproken heb.
9 En de inwoners der steden Israels zullen uitgaan, en vuur stoken en branden van de wapenen, zo van schilden als rondassen, van bogen en van pijlen, zo van handstokken als van spiesen; en zij zullen daarvan vuur stoken zeven jaren;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.