Ezechiël 48:22

22 Van de bezitting nu der Levieten, en van de bezitting der stad af, zijnde in het midden van hetgeen des vorsten zal zijn; wat tussen de landpale van Juda, en tussen de landpale van Benjamin is, zal des vorsten zijn.

Ezechiël 48:22 Meaning and Commentary

Ezekiel 48:22

Moreover, from the possession of the Levites, and from the
possession of the city
Or, "beyond" these, as it may be rendered, on the other side of them; or, "except" F26 these: being in the midst of that which is the prince's;
between his two portions; or, as it is next explained, between the border of Judah, and the border of Benjamin, shall be for
the prince;
that is, all beyond and excepting that which belonged to the priests and Levites, the sanctuary and the city, were the prince's, which lay between Judah and Benjamin: or thus it was; before the holy oblation one part of the prince's portion ran, parallel with the tribe of Judah, east and west; after the holy oblation on the other side, another part of his portion touched the tribe of Benjamin, and ran parallel with the east and west: and so were between them both, as well as on each side of the holy oblation: all this denotes the nearness of Christ to his church and people; his protection of them on all sides; and the largeness of his interest and kingdom; see ( Ezekiel 45:7 ) .


FOOTNOTES:

F26 (tzxam) .

Ezechiël 48:22 In-Context

20 Het ganse hefoffer zal zijn van vijf en twintig duizend meetrieten, met vijf en twintig duizend; vierkant zult gijlieden het heilig hefoffer offeren, met de bezitting der stad.
21 En het overgelatene zal voor den vorst zijn, van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers, en van de bezitting der stad, voor aan de vijf en twintig duizend meetrieten des hefoffers, tot aan de oosterlandpale en westerlandpale, voor aan de vijf en twintig duizend aan de westerlandpale, tegenover de andere delen, dat zal voor den vorst zijn; en het heilig hefoffer, en het heiligdom des huizes, zal in het midden daarvan zijn.
22 Van de bezitting nu der Levieten, en van de bezitting der stad af, zijnde in het midden van hetgeen des vorsten zal zijn; wat tussen de landpale van Juda, en tussen de landpale van Benjamin is, zal des vorsten zijn.
23 Aangaande voorts het overige der stammen; van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Benjamin een snoer.
24 En aan de landpale van Benjamin, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Simeon een.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.