Genesis 29:21

21 Toen zeide Jakob tot Laban: Geef mijn huisvrouw, want mijn dagen zijn vervuld, dat ik tot haar inga.

Genesis 29:21 Meaning and Commentary

Genesis 29:21

And Jacob said unto Laban, give [me] my wife
Meaning Rachel, who was his wife by contract; the conditions of her being his wife were now fulfilled by him, and therefore he might challenge her as his wife:

for my days are now fulfilled;
the seven years were up he agreed to serve him for his daughter; and therefore it was but just and right she should be given him:

that I may go in unto her;
as his lawful wife, and it was high time Jacob had her; for he was now, as the Jewish writers generally say F14, and that very rightly, eighty four years of age; and from him were to spring twelve princes, the heads of twelve tribes, which should inhabit the land of Canaan.


FOOTNOTES:

F14 Bereshit Rabba, sect. 70. fol. 63. 1. Jarchi in loc. and others.

Genesis 29:21 In-Context

19 Toen zeide Laban: Het is beter, dat ik haar aan u geve, dan dat ik haar aan een anderen man geve; blijf bij mij.
20 Alzo diende Jakob om Rachel zeven jaren; en die waren in zijn ogen als enige dagen, omdat hij haar liefhad.
21 Toen zeide Jakob tot Laban: Geef mijn huisvrouw, want mijn dagen zijn vervuld, dat ik tot haar inga.
22 Zo verzamelde Laban al de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd.
23 En het geschiedde des avonds, dat hij zijn dochter Lea nam, en bracht haar tot hem; en hij ging tot haar in.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.