Haggaï 1:8

8 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

Haggaï 1:8 Meaning and Commentary

Haggai 1:8

Go up to the mountain
Or, "that mountain" F21; pointing either to Lebanon, to cut down cedars, and bring them from thence for the building of the temple; or Mount Moriah, on which the temple was to be built; and thither carry the wood they fetched from Lebanon, or were brought from thence by the Tyrians: and bring wood;
or, "that ye may bring wood"; from Lebanon, or any other mountain on which wood grew, to Mount Moriah: and build the house;
the temple, whose foundation was already laid, but the superstructure was neglected: now the Lord would have them go on with it immediately, out of hand, with the utmost diligence, alacrity, and vigour; and not desist till the whole building was completed: and I will take pleasure in it;
as a type of Christ, for whose sake he was so desirous of having it built; into which he was to come, and there appear as the promised Saviour. It signifies, moreover, that the Lord would not only take pleasure in the temple built, but in their work in building it; which would be acceptable to him, being according to his mind and will; and that he would take pleasure in, and accept of them, being worshippers therein, when they worshipped him in spirit and in truth in it; and in their services, sacrifices, prayers, and praises, being rightly offered; and that he would forgive their sins, and be propitious to them for his Son's sake, the antitype of the temple: and I will be glorified, saith the Lord;
by his people here, and by the worship and service they should perform: or, "I will show myself glorious" F23; that is, show his glory, causing his Shechinah to dwell here in glory, as the Targum is. The Jews observe, that the letter (h) is wanting in the word here used, which numerically signifies "five"; hence they gather that five things were wanting in the second temple, the ark, the Urim and Thummim, the fire from heaven, the Shechinah, or the divine Majesty, and the Holy Ghost.


FOOTNOTES:

F21 (rhh) "in istum montem", Junius & Tremellius, Piscator.
F23 (dbka) "gloriosum me ostendam", Vatablus.

Haggaï 1:8 In-Context

6 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
7 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
8 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
9 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
10 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.