Haggaï 2:19

19 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

Haggaï 2:19 Meaning and Commentary

Haggai 2:19

Is the seed yet in the barn?
&c.] The seed for sowing the land, in order for the next harvest: this is by some answered in the affirmative, it was in the barn, it was not yet sown; this being the ninth month, the month Chisleu, which answers to part of our November; rather it should be in the negative, no, it was just sown; and therefore no conjecture could be made, whether it would be a good harvest, or not; yet the prophet, in the name of the Lord, promises them a good one so long before hand: for the month Chisleu, which was the ninth month, was the last for sowing, and even the first half of that; for so say F18 the Jews,

``half Tisri, all Marchesvan, and half Chisleu, is seed time;''
so that this being that month, seed time must have been just over; and the sense, is there any seed in the barn? no, it is sown; and so, is there any remaining in the granary for the support of families until the next harvest? they knew there were none, or very little: and yet the Lord promises to bless them, so that they should have enough: yea, as yet the vine, and the fig tree, and the pomegranate, and
the olive tree, hath not brought forth;
their various fruits; this not being the time of their bearing fruit, for it was winter time; and it could not be said what they would bring forth in their season so long before hand; yet it is suggested by the prophet that they would be very fruitful; which were the principal fruit trees the land of Israel abounded with, ( Deuteronomy 8:8 ) and on which their comfortable subsistence depended. Kimchi observes, that it may be wondered at that the olive tree should be mentioned, because the time of its bearing fruit were the months of Marchesvan and Chisleu; but perhaps the time of its bearing fruit was delayed (as he says) because of the curse upon it: from this day will I bless you;
with plenty of all good things, in their fields and gardens, in their vineyards and olive yards; so that a difference between former and present times, and those to come, would easily be discerned, and the reasons of it.
FOOTNOTES:

F18 T. Bab. Bava Metzia, fol. 106. 2.

Haggaï 2:19 In-Context

17 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
18 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
19 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
20 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
21 Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.