Jeremia 3:11

11 Dies de HEERE tot mij zeide: De afgekeerde Israel heeft haar ziel gerechtvaardigd, meer dan de trouweloze Juda.

Jeremia 3:11 Meaning and Commentary

Jeremiah 3:11

And the Lord said unto me
To the Prophet Jeremiah, as in ( Jeremiah 3:6 ) and at or about the same time: the backsliding Israel hath justified herself more than treacherous
Judah;
that is, was comparatively more righteous; of the two she appeared the most righteous; though neither of them could vindicate their conduct, or justify themselves before God; see ( Luke 18:14 ) . Judah was most to blame, because that after Israel committed idolatry, and was carried captive, she took no warning by it, but fell into the same sin; and in Manasseh's time committed greater idolatries, and more wickedness, than ever Israel did; and more than even the Amorites themselves, and other Heathen nations, had done, ( 2 Kings 21:6-11 ) and though a reformation was made in Josiah's time, it was only feignedly, it was not cordial and hearty; and therefore she is all along here charged with perfidy and treachery.

Jeremia 3:11 In-Context

9 Ja, het geschiedde, vanwege het gerucht harer hoererij, dat zij het land ontheiligde; want zij bedreef overspel met steen en met hout.

10 En zelfs in dit alles heeft zich haar trouweloze zuster Juda tot Mij niet bekeerd met haar ganse hart, maar valselijk, spreekt de HEERE.

11 Dies de HEERE tot mij zeide: De afgekeerde Israel heeft haar ziel gerechtvaardigd, meer dan de trouweloze Juda.

12 Gij henen, en roep deze woorden uit tegen het noorden, en zeg: Bekeer u, gij afgekeerde Israel! spreekt de HEERE, zo zal Ik Mijn toorn op ulieden niet doen vallen; want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE. Ik zal den toorn niet in eeuwigheid behouden.

13 Alleen ken uw ongerechtigheid, dat gij tegen den HEERE, uw God, hebt overtreden, en uw wegen verstrooid hebt tot de vreemden, onder allen groenen boom, maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest, spreekt de HEERE.