Jesaja 48:13

13 Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar te zamen.

Jesaja 48:13 Meaning and Commentary

Isaiah 48:13

Mine hand also hath laid the foundation of the earth
Which is ascribed to the Wisdom, Word, and Son of God, ( Proverbs 3:19 ) ( Hebrews 1:10 ) . This Aben Ezra and Kimchi interpret of the left hand F11, seeing the work of the heavens is ascribed to the right hand in the following clause; the earth being less honourable than the heavens: and my right hand hath spanned the heavens;
stretched them out as a curtain or canopy over the earth, and measured them out with a span, as easily as a man measures anything with his hand; see ( Isaiah 40:12 ) , when I call unto them, they stand up together;
or, "I called them, and they stood up together", as the Targum; and so may refer to the first creation of them, when at the word of God, and by his almighty fiat, they rose into being at once, ( Psalms 33:9 ) . Kimchi observes, that the houses of Hillell and Shaminai were divided about this matter, which were created first, the heavens or the earth; at which R. Simeon ben Jochai wondered, since, according to the text, they were both created together {l}; though this may be understood of the consistence and permanency of the heavens and the earth, being upheld by the Lord, and by the word of his power, and of the ready obedience of the heavenly bodies to do his will, who, like servants, rise up at once at the word of his command; see ( Isaiah 40:26 ) .


FOOTNOTES:

F11 Vid. T. Bab. Menachot, fol. 36. 2.
F12 Vid. T. Bab. Chagigah, fol. 12. 1.

Jesaja 48:13 In-Context

11 Om Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen, want hoe zou Hij ontheiligd worden? en Ik zal Mijn eer aan geen ander geven.
12 Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israel, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste.
13 Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar te zamen.
14 Vergadert u, gij allen, en hoort; wie onder hen heeft deze dingen verkondigd? De HEERE heeft hem lief, Hij zal Zijn welbehagen tegen Babel doen, en Zijn arm zal tegen de Chaldeen zijn.
15 Ik, Ik heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig zijn op zijn weg.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.