Jesaja 5:9

9 Voor mijn oren heeft de HEERE der heirscharen gesproken: Zo niet vele huizen tot verwoesting zullen worden, de grote en de treffelijke zonder inwoner!

Jesaja 5:9 Meaning and Commentary

Isaiah 5:9

In mine ears, [said] the Lord of hosts
This may be understood either of the ears of the Lord of hosts, into which came the cry of the sins of covetousness and ambition before mentioned; these were taken notice of by the Lord, and he was determined to punish them; or of the ears of the prophet, in whose hearing the Lord said what follows: so the Targum,

``the prophet said, with mine ears I have heard, when this was decreed from before the Lord of hosts:''
of a truth many houses shall be desolate;
or "great" ones F26; such as the houses of the king, of the princes, and nobles, judges, counsellors, and great men of the earth; not only the house of God, the temple, but a multitude of houses in Jerusalem and elsewhere; which was true not only at the taking of Jerusalem by the Chaldeans, but at the destruction of it by the Romans, to which this prophecy belongs, ( Matthew 23:38 ) the words are a strong asseveration, and in the form of an oath, as Jarchi and Kimchi observe; (al Ma) , "if not"; if many houses are not left desolate, let it be so or so, I swear they shall: [even] great and fair, without inhabitants:
houses of large and beautiful building shall be laid in such a ruinous condition, that they will not be fit for any to dwell in, nor shall any dwell in them: and this is the judgment upon them for joining house to house; that for laying field to field follows.
FOOTNOTES:

F26 (Mybr Mytb) "domus magnificae, sive sumptuosae", Vatablus.

Jesaja 5:9 In-Context

7 Want de wijngaard van den HEERE der heirscharen is het huis van Israel, en de mannen van Juda zijn een plant Zijner verlustigingen; en Hij heeft gewacht naar recht, maar ziet, het is schurftheid, naar gerechtigheid, maar ziet, het is geschreeuw.
8 Wee dengenen, die huis aan huis trekken, akker aan akker brengen, totdat er geen plaats meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners gemaakt wordt in het midden des lands!
9 Voor mijn oren heeft de HEERE der heirscharen gesproken: Zo niet vele huizen tot verwoesting zullen worden, de grote en de treffelijke zonder inwoner!
10 Ja, tien bunderen wijngaards zullen een enig bath geven, en een homer zaads zal een efa geven.
11 Wee dengenen, die, zich vroeg opmakende in den morgenstond, sterken drank najagen, en vertoeven tot in de schemering, totdat de wijn hen heeft verhit!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.