Jesaja 7:15

15 Boter en honig zal Hij eten, totdat Hij wete te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede.

Jesaja 7:15 Meaning and Commentary

Isaiah 7:15

Butter and honey shall he eat.
&c.] As the Messiah Jesus no doubt did; since he was born in a land flowing with milk and honey, and in a time of plenty, being a time of general peace; so that this phrase points at the place where, and the time when, the Messiah should be born, as well as expresses the truth of his human nature, and the manner of his bringing up, which was in common with that of other children. (hamx) signifies the "cream of milk", as well as "butter", as Jarchi, in ( Genesis 18:8 ) , observes; and milk and honey were common food for infants: that he may know to refuse the evil, and choose the good;
meaning not knowledge of good and bad food, so as to choose the one, and refuse the other; but knowledge of moral good and evil; and this does not design the end of his eating butter and honey, as if that was in order to gain such knowledge, which have no such use and tendency; but the time until which he should live on such food; namely, until he was grown up, or come to years of discretion, when he could distinguish between good and evil; so that as the former phrase shows that he assumed a true body like ours, which was nourished with proper food; this that he assumed a reasonable soul, which, by degrees, grew and increased in wisdom and knowledge; see ( Luke 2:52 ) . (wtedl) should be rendered, "until he knows"; as (vrpl) in ( Leviticus 24:12 ) which the Chaldee paraphrase of Onkelos renders, "until it was declared to them"; and so the Targum here,

``butter and honey shall he eat, while or before the child knows not, or until he knows to refuse the evil, and choose the good.''

Jesaja 7:15 In-Context

13 Toen zeide hij: Hoort gijlieden nu, gij, huis van David! is het ulieden te weinig, dat gij de mensen moede maakt, dat gij ook mijn God moede maakt?

14 Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten.

15 Boter en honig zal Hij eten, totdat Hij wete te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede.

16 Zekerlijk, eer dit Knechtje weet te verwerpen het kwade, en te verkiezen het goede, zal dat land, waarover gij verdrietig zijt, verlaten zijn van zijn twee koningen.

17 Doch de HEERE zal over u, en over uw volk, en over uws vaders huis, dagen doen komen, hoedanige niet gekomen zijn van dien dag af, dat Efraim van Juda is afgeweken, door den koning van Assyrie.