Leviticus 23:26

26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

Leviticus 23:26 Meaning and Commentary

Leviticus 23:26

And the Lord spake unto Moses
This phrase, which is a kind of preface to each precept, seems to be used to distinguish one from another, as the preceding one from the feast of Pentecost; and here, the day of atonement from that of the blowing of the trumpets; and afterwards, the feast of tabernacles from the day of atonement; the reason why it is not used before the feast of Pentecost seems to be, because, as Aben Ezra observes, that depended upon the wave sheaf, and was reckoned from it:

saying;
as follows.

Leviticus 23:26 In-Context

24 Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping.
25 Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren.
26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
27 Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den HEERE een vuuroffer offeren.
28 En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN uws Gods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.