Markus 9:34

34 Doch zij zwegen; want zij waren onder elkander in woorden geweest op den weg, wie de meeste zou zijn.

Markus 9:34 Meaning and Commentary

Mark 9:34

But they held their peace
Fearing a reprimand, for their vanity and affectation of worldly grandeur:

for by the way they had disputed among themselves, who [should be]
the greatest;
that is, who should be advanced to the highest post, and have the greatest place of authority, honour, and dignity, in the temporal kingdom of the Messiah, they expected would be in a little time set up; for notwithstanding what Christ had said to them, concerning his being given up to the power of men, and concerning his death and resurrection, they still retained their former principle, to which they knew not how to reconcile his dying; and therefore chose rather to leave his meaning in suspense, and remain ignorant about it, than quit so darling a notion: and doubtless this dispute was occasioned by what Christ had said to them; who afterwards, getting by themselves, talked about it, which led on to a warm contest, about precedence in his kingdom.

Markus 9:34 In-Context

32 Maar zij verstonden dat woord niet, en zij vreesden Hem te vragen.

33 En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde, vraagde Hij hun: Waarvan hadt gij woorden onder elkander op den weg?

34 Doch zij zwegen; want zij waren onder elkander in woorden geweest op den weg, wie de meeste zou zijn.

35 En nedergezeten zijnde, riep Hij de twaalven, en zeide tot hen: Indien iemand wil de eerste zijn, die zal de laatste van allen zijn, en aller dienaar.

36 En nemende een kindeken, stelde Hij dat midden onder hen, en omving het met Zijn armen, en zeide tot hen: