Prediker 8:7

7 Want hij weet niet, wat er geschieden zal; want wie zal het hem te kennen geven, wanneer het geschieden zal?

Prediker 8:7 Meaning and Commentary

Ecclesiastes 8:7

For he knoweth not that which shall be
Or that "it shall be" F2; that he ever shall have the opportunity again he has lost, nor what is to come hereafter; what shall be on the morrow, or what shall befall him in the remaining part of his days; what troubles and sorrows he shall meet with, or what will be the case and circumstances of his family after his death; for who can tell him when it shall be?
or "how it shall be" F3? how it will be with him or his; no one that pretends to judicial astrology, or to the art of divination, or any such devices, can tell him what is to come; future things are only certainly known by God; none but he can tell what will certainly come to pass; see ( Ecclesiastes 3:22 ) ( 6:12 ) ; Jarchi interprets it of a man's not considering for what God will bring him to judgment, and that no man can tell him the vengeance and punishment that will be inflicted.


FOOTNOTES:

F2 (hyhyv hm) "quod futurum est", Pagninus, Montanus.
F3 (hyhy rvak) "quo modo", Junius & Tremellius, Gejerus, Rambachius, so Broughton.

Prediker 8:7 In-Context

5 Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads gewaar worden; en het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten.
6 Want een ieder voornemen heeft tijd en wijze, dewijl het kwaad des mensen veel is over hem.
7 Want hij weet niet, wat er geschieden zal; want wie zal het hem te kennen geven, wanneer het geschieden zal?
8 Er is geen mens, die heerschappij heeft over den geest, om den geest in te houden; en hij heeft geen heerschappij over den dag des doods; ook geen geweer in dezen strijd; ook zal de goddeloosheid haar meesters niet verlossen.
9 Dit alles heb ik gezien, toen ik mijn hart begaf tot alle werk, dat onder de zon geschiedt: er is een tijd, dat de ene mens over den anderen mens heerst, hem ten kwade.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.