Richtere 6:8

8 Zo zond de HEERE een man, die een profeet was, tot de kinderen Israels; die zeide tot hen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u uit Egypte doen opkomen, en u uit het diensthuis uitgevoerd;

Richtere 6:8 Meaning and Commentary

Judges 6:8

And the Lord sent a prophet unto the children of Israel
"A man, a prophet" F6, as in the Hebrew text, not an angel, but a man; and this not Phinehas, as say some Jewish writers F7; for it is not probable he should live so long as more than two hundred years; and had he been living, it is very much he should not have been heard of in the times of the preceding judges, and that he was not made use of before now to reprove the people for their sins; but who the prophet was we have no account now nor hereafter, here or elsewhere. Abarbinel supposes he was raised up for a short time:

which said unto them, thus saith the Lord God of Israel;
he came in the name of the Lord, and using the form and manner of speech the prophets of Israel did, putting them in mind of the true God they had forgot, and who yet was their Lord and God:

I brought you up from Egypt, and brought you forth out of the house of
bondage;
reminding them of the benefits they received from God, and the obligations they lay under to serve him, who, when they were bond slaves in Egypt, he appeared for them, and brought them out of their miserable condition.


FOOTNOTES:

F6 (aybn vya) "virum prophetam", V. L. Pagninus, Montanus, Junius & Tremellius, Piscator.
F7 Seder Olam Rabba, c. 20. p. 53.

Richtere 6:8 In-Context

6 Alzo werd Israel zeer verarmd, vanwege de Midianieten. Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE.
7 En het geschiedde, als de kinderen Israels tot den HEERE riepen, ter oorzake van de Midianieten;
8 Zo zond de HEERE een man, die een profeet was, tot de kinderen Israels; die zeide tot hen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u uit Egypte doen opkomen, en u uit het diensthuis uitgevoerd;
9 En Ik heb u verlost van de hand der Egyptenaren, en van de hand van allen, die u drukten; en Ik heb hen voor uw aangezicht uitgedreven, en u hun land gegeven;
10 En Ik zeide tot ulieden: Ik ben de HEERE, uw God; vreest de goden der Amorieten niet, in welker land gij woont; maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.