Ruth 2:6

6 En de jongen, die over de maaiers gezet was, antwoordde en zeide: Deze is de Moabietische jonge vrouw, die met Naomi wedergekomen is uit de velden Moabs;

Ruth 2:6 Meaning and Commentary

Ruth 2:6

And the servant that was set over the reapers answered and
said
Who had taken a great deal of notice of Ruth, and had conversed with her, and so was capable of giving answers to his master's question:

it is the Moabitish damsel that came back with Naomi, out of the
country of Moab;
perhaps he had not got knowledge of her name, and therefore only describes her by the country from whence she came; and by her coming from thence along with Naomi, when she returned from Moab, with whose name Boaz was well acquainted, and of whose return he had been informed; and perhaps had seen her in person, and even Ruth also, though he might have forgot her; the Targum makes the servant to add, that she was become a proselytess.

Ruth 2:6 In-Context

4 En ziet, Boaz kwam van Bethlehem, en zeide tot de maaiers: De HEERE zij met ulieden! En zij zeiden tot hem: De HEERE zegene u!
5 Daarna zeide Boaz tot zijn jongen, die over de maaiers gezet was: Wiens is deze jonge vrouw?
6 En de jongen, die over de maaiers gezet was, antwoordde en zeide: Deze is de Moabietische jonge vrouw, die met Naomi wedergekomen is uit de velden Moabs;
7 En zij heeft gezegd: Laat mij toch oplezen en aren bij de garven verzamelen, achter de maaiers; zo is zij gekomen en heeft gestaan van des morgens af tot nu toe; nu is haar te huis blijven weinig.
8 Toen zeide Boaz tot Ruth: Hoort gij niet, mijn dochter? Ga niet, om in een ander veld op te lezen; ook zult gij van hier niet weggaan, maar hier zult gij u houden bij mijn maagden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.